EUFORI
European Foundations for Research and Innovation (EUFORI) Study
Van 2012 tot 2015 heeft het Centrum voor Filantropische Studies gewerkt aan een onderzoek naar de bijdragen van fondsen die onderzoek en innovatie ondersteunen in de EU27 en Noorwegen en Zwitserland. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Directie Onderzoek en Innovatie van de Europese Commissie. De studie is in samenwerking met een netwerk van Europese onderzoekers uitgevoerd en staat bekend onder de naam EUFORI Study. Het heeft geresulteerd in 29 landenrapporten en een samenvattend eindrapport. Deze rapporten zijn hier te downloaden.
Alle nationale onderzoekers hebben in hun land een selectie gemaakt van fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie. Dit was niet altijd even gemakkelijk omdat registers of up-to-date databestanden vaak ontbreken. In totaal zijn ca. 12000 mogelijke fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie geïdentificeerd voor de studie, van een handjevol fondsen in Litouwen en Roemenië tot enkele honderden in Duitsland, Spanje en Zweden. Aan het onderzoek hebben 1591 fondsen deelgenomen.
In 2012 hebben 991 fondsen in Europa tenminste 5 miljard Euro aan onderzoek en innovatie bijgedragen. Een substantiële bijdrage, zeker omdat dit bedrag gezien mag worden als een ondergrens. Niet alle fondsen die uitgenodigd waren voor het onderzoek hebben meegewerkt en niet alle fondsen hebben informatie gegeven over hun bestedingen. De verschillen tussen landen zijn groot, van Oost-Europese landen waar fondsen op dit terrein nog nauwelijks tot wasdom zijn gekomen tot Scandinavische landen, Groot-Brittannië en Duitsland waar grote vermogensfondsen met een giftenbudget van meer dan 100 miljoen Euro actief zijn op dit terrein. De Engelse Wellcome trust, de Zweedse Knut och Alice Wallenbergs Stiftelse en de Duitse Robert Bosch Stiftung zijn hier voorbeelden van.
In de top 4 van landen met fondsen die de grootste uitgaven aan onderzoek en innovatie in 2012 doen, staan: Groot Brittannië (1,66 miljard euro), Duitsland (0,58 miljard euro), Denemarken (0,44 miljard euro) en Zweden (0,44 miljard euro). Samen zijn deze landen goed voor tweederde van het totaal gegeven bedrag aan onderzoek en innovatie door fondsen in Europa. De bijdragen van de Nederlandsen fondsen aan onderzoek en innovatie worden geschat op ca. 0,14 miljard euro op jaarbasis .
Het Europese landschap van fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie blijkt zeer gefragmenteerd. Bijna tweederde van de EUFORI fondsen heeft geen exclusieve focus op onderzoek en innovatie maar steunt ook doelen op andere terreinen, zoals gezondheid, technologie, welzijn en maatschappij. Onderzoek wordt vaak gebruikt als instrument om andere doelen na te streven en is daarmee geen doel op zichzelf. Het gefragmenteerde landschap maakt dat er weinig communicatie en dialoog tussen fondsen op dit terrein is, hooguit tussen fondsen die op hetzelfde werkterrein actief zijn, zoals bijv. bij fondsen op het terrein van kankeronderzoek. Een duidelijk ‘research identity’ ontbreekt daardoor bij het merendeel van de EUFORI fondsen.
Grensoverschrijdende financiering door fondsen in Europa staat nog in de kinderschoenen. Uitgezonderd natuurlijk de samenwerkingsverbanden tussen grote fondsen in Europa, zoals bijvoorbeeld het gezamenlijke subsidieprogramma ‘Europe and Global Challenges’ van de Wellcome Trust, de Riksbankens Jubileumsfond en the Volkswagen Stiftung.
Nederlandse fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie
Ook in Nederland zijn in het kader van de EUFORI Study gegevens verzameld van fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie. Van grote geldwervende gezondheidsfondsen tot universiteitsfondsen en diverse kleinere en grotere vermogensfondsen die een specifiek onderzoeksterrein ondersteunen. In totaal zijn 100 potentiële fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie geïdentificeerd en hebben 48 fondsen aan de studie meegedaan.
In 2012 hebben de Nederlandse fondsen (n=33) 143 miljoen euro aan onderzoek en innovatie bijgedragen. Dit bedrag moet beschouwd worden als een ondergrens, omdat niet alle aangeschreven fondsen hebben meegedaan aan het onderzoek en omdat niet alle fondsen hun bestedingen kenbaar hebben gemaakt. Kenmerkend voor het Nederlandse landschap van fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie zijn de gezondheidsfondsen, die een substantiële bijdrage leveren aan het medisch onderzoek in Nederland. Deze fondsen zijn vertegenwoordigd in de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF). Over het algemeen richten de Nederlandse fondsen op het terrein van onderzoek en innovatie zich op een specifiek onderzoeksgebied, bijv. onderzoek naar kanker, onderzoek op het terrein van sociale verzekeringen, entomologie etc. Universiteitsfondsen hebben vaak een breder werkterrein. Een landelijk breed georiënteerd wetenschapsfonds ontbreekt in Nederland.